PREFERRED TERM
rook         
            TYPE
          
          http://purl.org/linguistics/gold/Noun
            DEFINITION
          
          1) oude benaming voor geur, 2. iets dat geur heeft (reukwerk)Dutch
            oude benaming voor de reuk
        
            ENTRY TERMS
          
          - de reuk
 - geur
 
            EXAMPLE
          
          - Die soetheyt uus roocks boven kersouwen gaet, a. bijns 97 (tot Maria).; Een soete roock De camers wt haer blondt en bolle toisel suicken, hooft, Ged. 1, 81 [1608].; Een zydenkleed …, doorvuyrt met zoete geur en roock, vondel 1, 373 [1620].; Mild, als oasisgeuren, walmt, om haar heen, de zoete rook der lenterozen, de mont, Loreley 237.; Wij … drukten 't hoofd in 't groeiend kruid, Van zoete roken dronken, esser, Mosaiek 7; (Voorjaarsweelde). Daar zijn de knoppen wonderbaar gebroken, De lentezegen breekt er stroomend uit. … Op koele wuiving drijven zoete roken, brom, in Gids 1895, 3, 348. 2) Om dat hy (t.w. zekere winkelier) openbaarlijk fijne rook te koop hield, Hooft, Mengelw. 442.; Andren … Bewieroocken 't altaer met Arabijnsche roocken, Vondel 8, 266 [1660]
 - Sij (de afgoden) hebben eenen mont, maer sij en spreken niet. Heel doof haer ooren zijn Haer nasen … Sijn sonder roeck, v. z. v. nyevelt, Sout. Lied. 113, 4.; Naer advenant het oor, soo sal daer wesen oock De weelden van den Neus, de wellust van den roock (t.w. in den hemel), stalpert v. d. wielen, Uitgel. Dicht. 7.
 
BELONGS TO GROUP
        
      URI
            http://data.odeuropa.eu/vocabulary/dhsv-sw/rook 
      We're open to collaboration, feel free to send us your suggestions to        odeuropa.queries@gmail.com